Auteursarchief: admin

Waarom Fundament Fysiotherapie?

WAAROM FUNDAMENT FYSIOTHERAPIE?

Bij veel klachten van het bewegingsapparaat speelt er problematiek van peesweefsel, bandweefsel, kraakbeen en intervertebrale disci. Het herstellend vermogen van dit weefsel is gering. Hoewel een veel gehoord idee is dat de halfwaardetijd van collageen bindweefsel 300-500 dagen bedraagt, is dit niet het geval. Vanuit recent onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat de halfwaardetijd van de achillespees 200 jaar is. Dit wil dus zeggen dat het weefsel van de achillespees met een zodanig trage snelheid ververst dat het 200 jaar duurt voordat de helft van het weefsel vervangen is! De collagene vezels van de annulus fibrosus van de lumbale disci doen het trouwens niet sneller. Ook zij hebben een halfwaardetijd van 200 jaar. Dit zijn de harde data waar we als therapeuten mee te maken hebben.
Hoewel algemeen wel meer bekend, verloopt de turnover van de collagene vezels van kraakbeen ook uitermate traag. In 2016 nog eens bevestigd met de bepaling van de concentratie van de isotoop koolstof 14 (C14) in de het collagene vezels van het kraakbeen van het tibiaplateau. Met deze bepalingsmethode is zeer nauwkeurig de snelheid van de turnover te herleiden. Zowel voor gezond als artrotisch kraakbeen blijkt het ook 200 jaar te duren voor de helft van de collagene vezels is ververst.
Voorgaande maakt mogelijk begrijpelijk waarom klachten van een achillespees, lumbale disci en kraakbeen vaak zo moeizaam verdwijnen?  
Uit de trage halfwaardetijd is daarnaast te concluderen dat als klachten naar de achtergrond zijn dit niet per definitie wil zeggen dat de onderliggende weefselbeschadiging ook weer hersteld is.  
Voorgaande samenvattend en herkenbaar voor elke therapeut:

  • Een patiënt met een pijnlijke en moeizaam bewegende artrotische linkerknie (rechterknie niet artrotisch) die nog geen 200 meter kan lopen, terwijl hij  2 weken eerder nog een 1/2 uur kon wandelen zonder problemen. Na 6 weken gaat het lopen best weer goed en zelfs een beetje tennis is te doen.

Ofwel, pathologisch weefsel (in dit voorbeeld een artrotische knie) kan gepaard gaan met pijnklachten en functioneringsproblemen, maar het hoeft niet! Voor therapeuten een interessante vraag is dan: “Is er iets te zeggen over hoe pathologisch, klachten gevend, weefsel zodanig te beïnvloeden is dat de klachten naar de achtergrond verdwijnen, wetende dat dit niet wil zeggen dat het weefsel dan ook genezen is?”
En, valt het te begrijpen wat er gebeurt als een artrotische knie opspeelt? Was is er dan eigenlijk aan de hand? Is er ook iets te zeggen over het ontstaan van artrose? Overbelasting, onderbelasting of zijn beide mogelijk of nog andere aanleidingen? Wat zijn de voorwaarden dat kraakbeencellen in tact blijven? Welk mechanisch milieu is daarvoor nodig? Leidt een scheur in een meniscus of meniscectomie tot verandering in dit milieu en maakt dat begrijpelijk waarom er zo vaak artrose ontstaat na meniscus-problemen?
Dit zijn vragen waar fundament-fysiotherapie zich mee bezighoudt. Vanuit de overtuiging dat fundamentele kennis van weefsel een essentiële voorwaarde is om het handelen als fysiotherapeut te kunnen onderbouwen. Vanuit kennis en theorie ontstaat de praktijk.