Oh, die jaren ’80
In de jaren ’80 ben ik opgeleid tot fysiotherapeut en manueel therapeut. Het tijdperk van de maakbare samenleving. De afspiegeling van deze maakbaarheid was toen zichtbaar in de fysiotherapie en manuele therapie in de overtuiging dat alle weefsels van het bewegingsapparaat volledig konden herstellen.
Werkwijze
Vele jaren heb ik gewerkt met het idee dat beschadigde pezen en disci intervertebrales en kraakbeen met milde artrose kunnen herstellen. Ik richtte me vooral op de achterliggende oorzaak van de klachten en morfologische veranderingen en zocht deze vooral in functieverlies van gewrichten. Als dat in kaart was, kwam behandelen neer op het opheffen van de gevonden functieproblematiek en was de verwachting dat daardoor de aangedane structuren zouden herstellen en de klachten zouden verdwijnen. Vanuit deze gedachte heb ik jaren gewerkt en les gegeven. We waren op zoek naar de bewegingsbeperkingen welke de aanleiding waren voor het ontstaan van een HNP, een tennisarm, een tendinose/tendinitis van de achillespees, cuff-problematiek, een Jumpers knee of artrose. Door het opheffen van de bewegingsbeperkingen zou de voorwaarde worden gecreëerd om de pathologische vormveranderingen te herstellen. Dus behandelen bestond uit het terugwinnen van de mobiliteit van functiegestoorde gewrichten.
Twijfel
Klopt die maakbaarheid van het bewegingsapparaat wel? Waarom komen patiënten dan nog wel eens na een jaar terug met dezelfde klacht en vervolgens na een paar jaar weer? Zoals in Waarom Fundament Fysiotherapie te lezen, bedraagt de halfwaardetijd van zowel de achillespees als van de collagene vezels van gewrichts-kraakbeen en van de lumbale disci 200 jaar. Dit past niet bij weefsels die zichzelf kunnen herstellen na beschadiging.
Tien jaar terug ben ik de literatuur ingedoken en tot de conclusie gekomen dat het hoogst haalbare met fysiotherapie is bij aangedane pezen, artrotisch gewrichts-kraakbeen en beschadigde lumbale disci, deze pathologieën asymptomatisch te krijgen.
Toch niet zo maakbaar
Beschadigde lamellen van een discus herstellen niet. Gescheurde fibrillen in een achillespees verdwijnen niet. Beschadiging van kraakbeen in de puberteit geeft een grote kans dat het betrokken gewricht later artrotisch wordt. Dit past ook veel beter bij de ervaring in de praktijk.
Chemische processen: de toekomst?
Verder is me duidelijker geworden dat voor begrip en inzicht in gedrag van zowel gezond als pathologisch weefsel, kennis van de chemische processen onontbeerlijk is. Cellen scheiden allerlei stoffen uit, zoals cytokinen en groeifactoren, om met elkaar te communiceren en elkaar te beïnvloeden. Dit kan onder andere leiden tot toename of afname van de productie van bijvoorbeeld collageen afbrekende enzymen, maar ook tot de productie van moleculen die de extra-cellulaire matrix vormen, zoals proteoglycanen. Daarnaast zijn er ook cytokinen, pro-inflammatoire mediatoren genaamd, die bij een weefselbeschadiging juist zorgen dat er hyperalgesie en allodynie ontstaat, ofwel perifere sensitisatie.
Hoe nu met fysiotherapeutische interventies positief in te spelen op deze chemische processen met als doel klachtenvermindering en vertraging in de afbraak van het collageen? Wat is gezien de actuele kennis de meest optimale aanpak? Daar valt veel over te zeggen, bijvoorbeeld: dat excentrisch rekken niet zaligmakend is(1).
Daarnaast is het van groot belang hoe de patiënt omgaat met zijn klachten. Zijn activiteiten roepen allicht ook chemische reacties op van de cellen van de beschadigde/pathologische weefsels en van de aanwezige immuuncellen. Hoe krijgt de patiënt grip op zijn klachten, wat is handig om wel en niet te doen? Ook dat is een interessant gebied voor de fysiotherapie.
LITERATUUR
1.) Couppé, C. et al. (2015). Eccentric or Concentric Exercises for the Treatment of Tendinopathies? Journal of Orthopaedic & Sports Physical Therapy, 45(11), 853–863.